Het beeld zat in mijn hoofd. De uitwerking was zwoegen. Het perspectief van de trappen was niet simpel. Ik werkte de ets bij met aquarelverf. De vliegers stikte ik met een goudkleurig garen. De spelende kinderen staan in contrast met de volwassene die alleen geconnecteerd is met het virtuele. De kinderen zitten in het nu.
Misschien verbaast u de titel van het werk? Ons leven bestaat veel uit imitatie. We kijken om ons heen, dompelen ons onder in een cultuur, een subcultuur. We nemen gewoontes over. We geraken verslaafd aan de sociale media die ons het gevoel van valse vriendschappen en connectie geeft. De kinderen imiteren een spel. Ik weet welk spel ik verkies. Het werk is ingekaderd met passe partout in een massieve houten kader.